maandag 24 november 2008

De Advocateneed

Een verdere bron van de normering van het gedrag van advocaten is de eed, die een advocaat aflegt als hij wordt toegelaten tot de rechtbank. Deze eed luidt als volgt: Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de koning, gehoorzaamheid aan de grondwet, eerbied voor de rechterlijke autoriteiten, en dat ik geen zaak zal aanraden of verdedigen, die ik in gemoede niet gelove rechtvaardig te zijn". Het is een tekst die met kleine aanpassingen al een geruime tijd in gebruik is. En het begrip advocateneed is reeds lang in gebruik. Een goede historie van de eed is te vinden in het boek van mr. N. Christopoulos: advocateneed : Een onderzoek naar het gebruik van de eed in het heden en verleden.

De advocateneed is dus samen met de betamelijkheidsnorm in artikel 46 van de Advocatenwet de grondslag van de regulering van de gedragingen van een advocaat. Maar van tijd tot tijd komt de vraag op of (bepaalde) delen van de eed nog wel relevant zijn en de eed niet tot een open norm is geworden.

Zo is er de discussie geweest of getrouwheid aan de Koning niet geschrapt dient te worden. Dit omdat dit zou indruisen tegen iemands staatsrechtelijke voorkeur. Dit wordt goed beschreven in het artikel van H.F. Veenendaal in het Nederlands Juristenblad van 2006, nr. 30, 1693. Zo wijst Veenendaal op Britta Bohler. Deze advocate en lid van de Eerste Kamer is lid van het Republikeins Genootschap en dus tegen een staatrechtelijke monarchie.

Het meest vage deel van de eed is het gedeelte dat gaat over het aanraden van een zaak die men in gemoede gelooft niet rechtvaardig te zijn. Dit is erg bewerkelijk. Wat voor de een rechtvaardige zaak is, is dat voor een ander niet. Handelt men dan in strijd met de eed en dus met het gedragsrecht.

Een eed is dus het materiaal voor jurisprudentie. Maar als men gaat zoeken op de site van de NOVA, komt men maar twee uitspraken tegen die gaan over de eed.

Dat is:
Raad van Discipline Leeuwarden, 10-05-2007, Advocatenblad 14 van 03-10-2008
Gedragsregels 1992, Gedragsregel 1, 3, 4 Advocatenwet, Artikel 3 lid 2, 46
Korte inleiding:
Gebruik van heimelijk opgenomen gesprek
Samenvatting:
Handelen in strijd met de advocateneed of -belofte. Gebruikmaken van een heimelijk opgenomen gesprek tussen een rechter en een griffier. Wraking als oneigenlijk middel.


Hof van Discipline 18-02-1991, 1485 - Advocatenblad 9114 van 05-07-1991
Advocatenwet, Artikel 3
Korte inleiding:
Fair proces/ due-proces/ fair trial
Samenvatting:Betekenis van de advocateneed

Zou dit toch komen door het feit dat de eed te vaag is?

Excuses

Geachte lezers van dit blog, mijn excuses voor de stilte in het bloggen, maar door een verandering van baan is het er niet van gekomen. Nu ik ingewerkt ben en op mijn plek zit, ben ik van plan om dagelijks te bloggen. En dan zal ik uitgebreid aandacht besteden aan Disciplinaire uitspraken. En zal ik deze van commentaar voorzien en verder uitwerken.

zaterdag 18 oktober 2008

Maffiamaatje en het zwarte schaap

Iedereen heeft de eerste uitdrukking wel eens gehoord en weet dan meteen op wie deze slaat en door wie hij is gebezigd. Het gaat dan om de beroemde strafpleiter uit Amsterdam Mr. A. Moszkowicz. Voor degene die de essenties van de zaak niet helemaal hebben begrepen. De heer Jort Kelder de voormalig hoofdredacteur van het tijdschrift de Quote heeft tijdens een radio-uitzending de heer Moskowicz uitgemaakt voor "Maffiamaatje" omdat hij eerst als de advocaat van de vastgoedmagnaat Endstra heeft gediend en later heeft opgetreden als advocaat voor de man die verdacht wordt van de moord op Endstra, de heer Holleeder. Dit waren volgens de heer Kelder tegenstrijdige belangen. Daarnaast onderhield de heer Moskowicz onduidelijke contacten met de onderwereld. De heer Moskowicz pikte deze uitspraken niet en heeft de heer Kelder voor de rechter gedaagd. Deze besliste in eerste aanleg echter dat maffiamaatje geoorloofd was om te gebruiken. De heer Moskowicz ging vervolgens in hoger beroep en het Gerechtshof bepaalde toen, dat de opmerking "Maffiamaatje" niet door de beugel kon. Voor het overige bleeft het vonnis in eerste aanleg overeind.

Dat de appel in dat kader niet ver van de boom valt is op te maken uit de kwestie die handelt over de tweede opmerking. Zwart schaap. Deze opmerking is gebezigd door de Telegraaf en gaat over de broer van Abraham, Robert Moszkowicz. Een ook in deze zaak heeft een lid van het advocaten- en juristengeslacht Moskowicz een procedure verloren. In dit geval handelde het over de berichten in de Telegraaf over R. Moskowicz. Daarin werd hij beschuldigt van oplichting en bedrog. Ook werd hij daarin uitgemaakt voor het zwarte schaap. Dit omdat hij was gedaagd voor de rechtbank omdat hij naar verluidt een mevrouw die client was van de jurist, een bedrag van ongeveer negentienduizend euro afhandig had gemaakt onder de pretentie dat hij advocaat was. Dit is hij echter al drie jaar niet meer, toe hij door de Raad van Discipline van het tableau geschrapt werd, omdat hij zijn beroep niet goed zou uitoefenen.

De heer Moskowicz was het oneens met de berichtgeving van de Telegraaf en is een voorlopige voorziening begonnen. De rechter heeft echter beslist dat het niet onrechtmatig is om hem aan te duiden als zwart schaap, nu vaststaat dat hij in 2005 werd geroyeerd als advocaat en dat destijds de vader van de heer Moskowicz hem heeft uitgemaakt voor zwart schaap van de familie. Nu een en ander nog niet zo ver in het verleden ligt, is deze opmerking niet onrechtmtig.

De heer Moskowicz heeft echter al aangegeven dat hij in beroep zal gaan via een spoedappel. Erg interessant wat hier zal worden beslist.

De vindplaats van het vonnis van de rechtbank op rechtspraak.nl is LJN: BF8888.

maandag 6 oktober 2008

Inleiding en doel blog

Het advocatentuchtrecht, dus het recht dat regelt hoe iemand een disciplinaire procedure tegen een advocaat kan starten wanneer men vermoedt dat deze de gedragregels heeft overtreden, staat erg in de belangstelling. Niet alleen in de advocatuur zelf, maar ook bij de justitiabelen. Dus degene die het recht zoeken. Het doel van dit blog is om het tuchtrecht en gedragsrecht te bespreken. Jurisprudentie weer te geven en de actualiteit te bespreken. Daarnaast probeert dit blog mensen te adviseren die van plan zijn een tuchtklacht in te dienen, danwel advocaten die zich tegen een tuchtklacht moeten verweren.

zondag 5 oktober 2008

Advocatenwet

De advocatenwet is de basis voor de regulering van het gedrag van advocaten. Het belangrijkste artikel uit de advocatenwet met betrekking tot het tuchtrecht is artikel 46: De advocaten zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met de zorg die zij als advocaat behoren te betrachten ten opzichte van degenen wier belangen zij als zodanig behartigen, ter zake van inbreuken op de verordeningen van de Nederlandse Orde en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Deze tuchtrechtspraak wordt uitgeoefend in eerste aanleg door de raden van discipline en in hoger beroep, tevens in hoogste ressort, door het hof van discipline.